Sinds 1648 waren Goirle en Hilvarenbeek grensplaatsen met de Spaanse, later Oostenrijkse Nederlanden, het latere België. Goederen die over die grens vervoerd werden, moesten ingeklaard worden. Hilvarenbeek was in die vroege tijden de officiële grensplaats waar dat kon gebeuren. Tijdens de Napoleontische tijd en ten tijde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (Nederland en België en Luxemburg: 1815-1839) was deze grens geen internationale grens maar een binnenlandse provinciegrens en waren er dus geen grensformaliteiten. Dit veranderde weer in 1840 toen België en Luxemburg niet meer bij het koninkrijk hoorden en als zelfstandige staten verder gingen.
In 1842 werd de nieuwe grensovergang met kantoor in Rovert gevestigd in de plaatselijke herberg. Dit kwam het invullen van formulieren en goed vervullen van formaliteiten natuurlijk niet ten goede en er werd een apart grenskantoor gebouwd.