In Gool naar school (1)

In deze twee bijdragen willen we U wat vertellen over het ontstaan van de verschillende scholen in ons dorp. U kent de kreet wel: “Vroeger was alles ….”. Dat valt eigenlijk een beetje tegen als we lezen wat de Griekse wijsgeer Socrates in de oudheid al schreef: “De jeugd van tegenwoordig houdt van luxe. Ze heeft slechte manieren, veracht alle gezag, heeft geen respect, en praat, als ze zou moeten werken. Jongeren spreken hun ouders tegen, kletsen in gezelschap, schrokken aan tafel, slaan hun benen over elkaar en tiranniseren hun ouders.” Herkent U iets in deze zin, dan zit U er goed bij voor de rest.

Tot aan de 15e eeuw stelde het onderwijs in dorpen als Goirle weinig voor. Pas in de 15e en 16e eeuw werd het onderwijs voor dorpen als Goirle langzaam beter. De dorpsschooltjes deden wat ze konden om de jeugd te leren lezen, rekenen, schrijven en kerkelijke liedjes te zingen. Er kwamen ook steeds meer regels waar scholen en meesters zich aan moesten houden. In een schoolreglement uit de 18e eeuw lezen we bijvoorbeeld  dat schoolmeesters van de gereformeerde religie moeten zijn, goed les moeten kunnen geven in taal, lezen, schrijven en rekenen, kinderen psalmen leren zingen zodat ze in de kerk goed mee kunnen doen; de meesters geen drank mogen verkopen of herberg uitbaten, de jeugd in de gereformeerde godsdienst opvoeden en niet te zwaar straffen met roede en plak. 

Zilveren jubileum van de zusters in Goirle in 1904. Alle leerlingen van de meisjesschool op de foto (maar geen zusters).

. Het katholiek onderwijs werd na 1648 verboden en elk dorp moest een gereformeerde schoolmeester hebben en zorgen voor een schoolgebouw en een woning voor de meester. Dus ook Goirle en zo’n gebouwtje heeft gestaan achter de Sint Janskerk. En zo komt het dat in 1649 de eerste gereformeerde schoolmeester het dorp binnenkomt, t.w. Johannes van der Hammen uit Rotterdam. Hij neemt het stokje over de laatste katholieke schoolmeester Vincent van Dun. Na 2 jaar houdt hij het echter voor gezien en gaat naar Tilburg en in zijn plaats wordt Willem Evertse van Voorst benoemd.

Willem komt geregeld in conflict komt met dorpsgenoten: hij is nogal eens in slaande ruzie met anderen verwikkeld. Hij wordt aangevallen door enkele Goirlenaren wat hem zware verwondingen oplevert. Toch blijft Willem in functie tot hij na 36 jaar wordt opgevolgd door zijn zoon Johan in 1720. Deze zal opgevolgd worden door Quirijn Roovers die ook niet goed met de dorpsbewoners door een deur kon. Omdat we dan in het eind van de 18e eeuw zijn aangeland en de Fransen hier de baas worden, verandert ook de kijk van het dorpsbestuur. Men ziet men kans om hem aan de dijk te zetten omdat de nieuwe machthebbers niets zien in de vooraanstaande positie van de kerk in het onderwijs. Men probeert hem kwijt te raken met o.a. een brief, waarin men schrijft dat men deze “onredelijke en voor de kinderen nadelige Oranjeklant aan de kant moet zetten, zodat het aankomende geslacht niet wordt blootgesteld om de gevaarlijke denkbeelden van Roovers in te zuigen”.

Roovers moet uiteindelijk vertrekken en wordt opgevolgd door Laurens van Dun die echter door de toezichtcommissie te licht bevonden wordt. De gemeente handhaaft hem nog een tijdje tot hij door Cornelis Kandelaars opgevolgd wordt, die behalve schoolmeester-koster, ook nog bakker is.

De 19e eeuw: eindelijk weer katholiek onderwijs

Halverwege de 19e eeuw besluit de gemeente eindelijk een nieuwe school te bouwen aan de Kerkstraat, onder een dak met het gemeentehuis. Dat was ook snel te klein en men bouwde toen in de Schoolstraat. Hierin zou de Openbare school tot het einde in 1948 de leerlingen les geven.
Na Cornelis Kandelaars werkten op deze school ook nog o.a. Jan Kandelaars, Peter Verheugt, Nicolaas de Brouwer, Peter Hamers, Jan Hertsig en J. Dirksen.

Vanaf 1869 zocht Thomas van Diessen contact met de zusters van het Kostbaar Bloed om een vestiging in Goirle te openen, wat resulteerde in een school voor onderwijs aan meisjes boven de 6 jaar in 1880 o.l.v. Zr. Serafine. 

Klas van de Jozefschool in de jaren 50 of 60 met zuster Francesca.

Deze school groeide en groeide wat leidde tot ruimtegebrek en vanaf 1921 waren er plannen voor nieuwbouw die pas in 1926 een goed einde vonden in de St. Jansstraat waar een nieuwe school gebouwd werd.

In 1930 werd de tweede meisjesschool in gebruik genomen die naar de heilige Theresia vernoemd was. Deze kwam te staan in de Van Hessen-Kasselstraat aan de noordkant van het dorp. Deze school zou het tot 1978 uithouden en fuseerde toen met de Albertus Magnusschool aan de overkant.

Nadat de fraters een klooster in Goirle geopend hadden konden zij met lesgeven beginnen aan de Thomasschool vanaf 1892. Dit alles gebeurde in een slecht gebouw dat in 1908 vervangen werd door het gebouw dat stond op de plaats van appartementencomplex Beukenhof aan de Thomas van Diessenstraat. De school groeide en groeide, vierde het 50-jarig bestaan in 1942 en hield het vol tot 1978 en ging toen op in de Jozefschool.

De groei van Goirle leverde een nieuwe school op aan het Kermisplein. Het werd: de Tarcisiusschool. Deze school werd in 1928 geopend met fr. Floribert als hoofd. De vorming van de tweede parochie aan de noordzijde van het dorp leidde tot de bouw van de Albertus Magnusschool. In 1978 fuseerde deze school met de Theresiaschool en de naam bleef Albertus Magnus. Dat veranderde in 1985 toen de samenvoeging met de Anna kleuterschool plaats vond en men onder de naam “Langenboom” verder ging.

De Tarcisiusschool groeide en kreeg een nieuw gebouw. Dit leidde tot de stichting van de Agnesschool in 1966 voor meisjes. Dit werd echter een gemengde school evenals alle andere scholen na 1969.

De groei van de gemeente zette door en de wijk Grobbendonck werd ontwikkeld. Hier werd uiteraard ook een school gepland, de Biesedael die in 1972 startte.

De terugloop van kinderen in het centrum zou een ander gevolg hebben: in 1988 fuseerden de Agnesschool en de Biesedael. Dit herhaalde zich in 1992 toen het Moske in deze fusie meeging en de Regenboog geboren werd.

Klas van basisschool De Regenboog in 2003 met meneer Gerri