Openluchttheater in de Boschkens

Het doek viel al na drie jaar.

Het zijn zo’n beetje de culturele parels van Brabant, dat kleine aantal openluchttheaters in onze provincie. Ik denk dan aan Oisterwijk met zijn Natuurtheater (al vanaf 1915!), en de Kersouwe in Heeswijk-Dinther, en in Oosterhout bij de Kapucijnen in 1957… Ook Goirle stond ooit in dat rijtje met Openluchttheater De Boschkens….

De eerste uitvoering: De vuurwolf in 1948

Net na de Tweede Wereldoorlog kriebelde het bij een aantal Goirlese cultuurliefhebbers. Eerst richtten zij een cultuurvereniging op met de naam “Ons Eyghen Lant”, expres zogenaamd ouderwets geschreven. De initiatiefnemers waren Harrie Smits van café Smits (het huidige D’n Brands), J. van Laarhoven en Willy van Rooij, de alom bekende schilder en tapijtontwerper. Talrijke culturele ideeën werden geboren zoals voordrachten, lezingen, excursies en uitvoeringen van het pas opgerichte Brabants Orkest, en dat allemaal in Goirle! Al snel hadden ze 500 leden!

Het was Willy van Rooij die het idee kreeg om een openluchttheater op te richten, met alle negen Goirlese toneelclubs met een jaarlijks op te voeren stuk. Gemengd, ook dat nog, want alleen in de openlucht mochten mannen én vrouwen – gemengd dus – meespelen. En het werd geregeld! Men kreeg een terrein aangeboden door Theo van Gils, procuratiehouder bij de Havep, die zijn bos tegenover Kleuterheil aanbood, aan het Kleuterlaantje aan de Tilburgseweg, zoals het Dokter Keijzerlaantje toen nog heette.

De beste toneelspelers van 8 toneelclubs.

En acht van de negen toneelverenigingen deden mee: Rooms Kunstgenot (onderafdeling van de Katholieke Arbeidersbond, de KAB), Floreta ( Flora lampenfabriek), de verkenners, de RK Jonge Boerenstand, ONA van de middenstanders, en nog twee clubs: Nieuw Toneel en De Leeckespelers. En daar zat veel talent bij al die clubs, wist Willy van Rooij. Zoals bijvoorbeeld Harrie van Erven (1909-1977) agent van een begrafenisonderneming maar een echt natuurtalent zei iedereen in Goirle, en zijn zus Dyna van Erven. Maar ook een figuur als Piet van den Hout (1919-2009) en Willem Verhulst (1906-1990) waren gewone arbeiders uit Goirle, maar behept met veel acteertalent! ! Ook bestuurlijk en financieel stond Goirle zijn mannetje: Jan Mes jr. directeur  van de Van Besouw Textielfabriek stond garant en hielp mee. Maar ook de Gemeente Goirle stond achter het initiatief. 

Aanplakbiljet voor “In het Ooievaarsnest” in de zomer van 1951

De mannen van Gemeentewerken onder leiding van Johan van Gestel zorgden ervoor om liefst 16.000 kruiwagens zand uit het terrein te halen om een amfitheater met wel 1300 zitplaatsen te maken, op houten planken zittend.

Het regende pijpenstelen
Het moet spannend zijn geweest in juli 1948 of het Openluchttheater op tijd klaar zou zijn. En dat lukte! Het was klaar op 4 juli 1948 voor de première met het toneelstuk “De  Vuurwolf”. Maarr… toen was het 4 juli 2 uur ‘s middags en toen plensde het net in het begin van het stuk een half uur lang met  pijpenstelen! Iedereen was ineens drijfnat en de sfeer sloeg ineens om…. De spelers speelden door, maar de lol was er meteen af…. De spelers kregen achteraf wel veel pluimen, zeker de hoofdrolspelers Harrie van Erven als Nathan de woekeraar, Piet van den Hout als de vuurwolf en zijn tegenspeelster Dyn van Erven. Zeven keer hebben ze gespeeld in juli en augustus 1948. In 1949 speelden ze weer, met beter weer, dat wel. Het stuk heette In ’t Ooievaarsnest, ook een stuk van de Bredase schrijver Henri t’ Sas..

In 1950 werd er niet gespeeld, en nergens staat waarom niet. Maar er waren al wel wat scheurtjes ontstaan in de samenwerking van de acht toneelverenigingen. En gemopper van de terreineigenaar Theo van Gils, want de afspraken werden niet nagekomen door de spelers….. Waarschijnlijk bleven die te lang hangen op het terrein….het was tenslotte gemengd toneel. En ook financieel viel het tegen. De beloofde vergoeding aan elke toneelclub van ƒ 50,- kon men niet nakomen…. In 1951 werd nog één keer gespeeld met “Zand of Klei”, ook van Henri t’ Sas. De keuze van het stuk werd niet door elke toneelclub onderschreven; twee verenigingen trokken zich terug. Toch werden er nog vijf optredens gedaan in juli en augustus 1951. We vinden nergens hoe deze de voorstellingen zijn ontvangen….

Aanplakbiljet voor “In het Ooievaarsnest” in de zomer van 1951

Het doek viel
En toen viel het doek, zoals dat in toneeltermen heet…. En nergens staat waarom.. “De opkomst van de tv was debet”, schreef Ad Houtepen ergens, maar dat kan nog niet tellen in 1952, toch…? Nee, ik denk dat er – naast de financiële tegenvallers met toch fikse prijzen van ƒ 1, – tot ƒ 2,50 p.p. in 1951  – een grotere adder in het gras zat. Het is immers een illusie om te denken dat je een betere toneelopvoering krijgt met behoud van het enthousiasme van de toneelclubleden, door van elke toneelvereniging alleen de beste spelers bij elkaar te zetten. Toneelverenigingen leven van de diversiteit van talent en het respect voor elke speler. Ook die speler die alleen de deur op het toneel hoeft open te houden en goede morgen moet zeggen…. Die selectie maakt de toneelvereniging kapot, dunkt mij, door niet iedereen mee te laten doen!

Ik denk dat dat de reden moet zijn geweest. Maar het staat nergens… In alle biografieën van Willy van Rooij bijvoorbeeld komt het woord Openluchttheater NIET voor, laat staan dat de mislukking wordt genoemd…. Gek toch? Wellicht was dat te pijnlijk voor de organisatoren….

Maar het gras groeide door, aan het Kleuterlaantje. Ook de eigenaar Theo van Gils overleed overigens in het jaar 1952, dus hoe het met de medewerking van zijn erfgenamen zat, dat weten we ook niet. De bomen en bosschages groeiden door, tientallen jaren lang. Piet van den Hout ging met de LOG in de jaren ’70 nog eens kijken naar de plek van het openluchttheater. Hij kon er niet meer door, zo verwilderd was het daar geworden.

Herstel van het natuurtheater
Nu, in 2025 wordt het terrein van het Openluchttheater – inmiddels gemeente- eigendom  – gezuiverd van asbest en rommel in de grond, ook van de Japanse Duivelsknoop, en wordt het terrein opnieuw ingericht met een knipoog naar het Openluchttheater. Nog even wachten en het is klaar. Gaat dat zien, gaat dat zien!

De wandelaars van Goolse Geheimen door de resten van het Openluchttheater in september 2021 [foto Niek Schenning]