De Goirlese ballenfrutter

Wat is dat toch elk jaar in de carnavalstijd: Goirle heet dan Ballenfruttersgat. Ik ga het u uitleggen. U moet dan ook weten dat Goirle ooit wereldberoemd is geweest met het maken van kaatsballen. Goirle was de specialist in die markt, zo ongeveer van 1540 tot aan 1870! Het maken van die kaatsballen deed men met bazaan,  een zacht soort schapenleer. Daarvoor werden zes lapjes als blaadjes uitgesneden en aan elkaar genaaid met een pekdraad. Voordat het zesde lapje werd vastgemaakt, werd de bal volgepropt met gedroogd koeienhaar, bij voorkeur van éénjarige kalveren, hokkelingen genaamd. De goedkopere ballen werden gevuld met varkenshaar. En dat volproppen noemde men in het Brabants frutten, vandaar het woord ballenfrutter! Het balletje moest met een hamertje nog goed beklopt worden om een mooi rond balletje te krijgen.

Al in de 16e eeuw

De eerste ballenfrutter die we in de archieven tegenkomen is Laureijs de balmaeker uit Goirle in 1552. Er waren zeker in die tijd zo’n 5 tot 15 huishoudens in Goirle die leefden van het ballenfrutten. Het hoogtepunt van de ballenfrutterij is het midden van de 17e eeuw. Zo vinden we in het jaar 1665 wel 26 balmakers en 4 balnaaisters in Goirle. Op een bevolking van 216 kostwinners met 83 landbouwers (38%) en 19 linnenwevers (9%) waren dat er 14% in de balmakerij. Dan heb je een aardige kijk op ons dorp in de 17e eeuw. 
We vinden ook veel echte Goirlese achternamen bij de lui: Cauwenberg, van Dun, van de Sande, van Diessen, van Enschot, van Spaendonck, Goossens, van Beek, en de Volder, dat klinkt toch ook Gools, niet dan?! De beroemdste ballenfruttersfamilie was echter die van Van Wijck aan de Ketsheuvel (nu: Kerkstraat).

“Ge waart hem kwijt in oe haand”, zo klein was een kaatsballetje in de hand van Tiest Santegoets. [foto Jan van Eijck]

In 1769 klaagde men al over de achteruitgang van het beroep ballenfrutten: er waren nog maar 8 lui die er de kost mee konden verdienen, en nog 1 “fabricq”…… Begin 19e eeuw is het nog Adriaan van Besouw (1747-1831) die de ballen verhandelde, zelfs nog 22.000 in tien jaar. Er zijn dan ook nog Laurens van Dun en Francis Eijsermans die het ballenfrutten beheersten; het waren de laatsten. Het maken van kaatsballen is vanaf ca. 1850 overgenomen door Friese steden zoals Franeker. Na 1900 is er niets meer van te vinden in Goirle, behalve misschien nog op oude zolders….

Wat nog opvalt is dat niet alleen de ballenfrutter uit Goirle kwam, maar ook de ballenhandelaars in Delft (rond 1670), in Vianen (1684, 1696) en in Rotterdam (1617, 1729) kwamen allen uit Goirle!

Ook uit het vrachtschip (1540) van BIddinghuizen kwam deze kolfslof, bedoeld om de kolfstok te verzwaren. Let op de naam P V Wyk
Een kaatsbal uit het wrak van een 16e eeuws vrachtschip, gevonden in Biddinghuizen.

Het frutten van ballen

Nog iets over het proces van ballenmaken. Zo’n balletje maken, aan elkaar naaien en volfrutten, dat kostte één uur aan tijd. Een leerling-balmaker had twee jaar nodig om het vak goed onder knie te krijgen. De ballen werden in grote aantallen verhandeld. We vinden bestellingen van 17.000 naar Maastricht (1631), of 40.000 via Baarle-Hertog naar Antwerpen (1656) en 7.500 via Breda naar Amsterdam (1721). Dat was maar heel gewoon. Maar ja, je slaat ze ook zo in de sloot of in een vennetje of zo… De ballen werden ook vaak geverfd. Bekend was de bonte bal, die half blauw en half rood was geverfd, maar men kende ook de witte of blonde bal. Een balletje was erg klein. Men zei wel: “ge waart de bal kwèèt in oe haand”, hij verdween dus in je hand als je de vuist balde…. Zie de foto. Moest je de bal aangooien, dan proestte men vóór het gooien een slok bier over de bal, dan stond hij goed strak en kon harder door de lucht vliegen. Ja, je moest je partij wel goed kunnen spelen!  

Recente vondsten

Beeld ballenfrutter door Jeanne van der Midde, voor CC Jan van Besouw

Er is ook nog wel nieuws uit recente opgravingen van eind 20e eeuw. Zo vond men in de jaren 1970 bij opgravingen in Biddinghuizen (Flevoland) een vergaan vrachtschip met loden kolfsokken uit ca. 1550, waar de kolfsticks mee werden verzwaard (zie foto) En laat nu op die loden slof de naam P Van Wyk staan.

Zo heette de bekendste ballenfrutters-familie in Goirle ook!
Dat kan toch geen toeval zijn, dat moet een Goirlese vrachtpakket zijn geweest, maar het is helaas niet te bewijzen! 

Ja Goirlenaren, wees maar trots om een ballenfrutter te zijn. Het is een geuzennaam geworden! Sinds 2019 staat voor het Cultureel Centrum Jan van Besouw een prachtig beeldhouwwerk van de Goirlese Ballenfrutter in de openbare ruimte. Het is een zitbeeld op een bankje; je kunt er zo een selfie maken! Het is gemaakt door Jeanne van der Midde en een echte aanwinst voor Goirle!